Wedstrijden
|
|
Categorieën
|
|
|
Wedstrijdkalender
|
De wedstrijden gaan door in verschillende Antwerpse gemeenten. Een wedstrijdkalender vind je elders op deze site.
Elk WALO-lid ontvangt ook per seizoen (winter & zomer) een boekje met alle K.A.V.V.V.-wedstrijden. Dit is te bekomen bij Patrick Bogaert (0494 41 88 03). Meebrengen: Clubtruitje, lidkaart AVVV, borstnummer AVVV, veiligheidsspelden |
Veldlopen
|
Om in te schrijven moet je aanmelden met uw K.A.V.V.V.-lidkaart en zal je in ruil een klein wedstrijdkaartje krijgen. Dit kaartje bevestig je aan je borstnummer door middel van een paperclip of veiligheidsspeld.
Als eerste gaan de Benjamins van start, eerst de meisjes, dan de jongens. En dan op dezelfde manier de Pupillen en de Miniemen, enz... Bij de aankomst wordt het wedstrijdkaartje verwijderd en gebruikt om een gedrukte uitslag te maken. Deze uitslag is dezelfde namiddag nog beschikbaar. Na 15h00 zijn er nog wedstrijden voor de junioren, senioren en masters. We plaatsen de uitslag ook zo snel mogelijk op onze uitslagenpagina. |
Criteriumcrossen
|
Er worden 6 criteriumcrossen ingericht. Men moet bij 3 van de 6 criteriumcrossen in de uitslag voorkomen om in het eindklassement opgenomen te worden. Van hen die aan 6 criteriumcrossen hebben deelgenomen, wordt de minst goede uitslag uitgenomen in het eindklassement. Deelnemers die 5 maal in de uitslag voorkomen worden geklasseerd voor diegene met 4 deelnames, en die met 4 voor die met 3, wat het aantal punten ook mogen zijn.Vanaf de Masters Heren is er een tijdshandicap. D.w.z. het startschot wordt gegeven als de 40-jarigen vetrekken. Maar wie 41 is krijgt 5 seconden voorsprong, wie 42 is nogmaals 5 seconden enzovoort. Wie 50 is krijgt 10 seconden extra voorsprong en per jaar nog eens 10 seconden extra. Vanaf 60 jaar tellen we per jaar 15 seconden voorsprong erbij, vanaf 70 jaar wordt dat 20 seconden.Een voorbeeld. Je bent 72 jaar oud en dus krijg je 3x20" + 10x15"+10x10"+9x5" = 5'55" voorsprong op het startschot. In de einduitslag moet je die voorsprong bij de gepubliveerde tijd tellen om je reëel gelopen tijd te kennen.Deze regeling geldt net voor Masters Dames.
|
Pistemeetings
|
Vul ter plaatse een kaartje in per proef die je kiest. Meisjes nemen een roos kaartje, de jongens een wit. Vul je naam in, je geboortejaar, je categorie, de naam van de club (WALO), je borstnummer en natuurlijk welke proef je gaat meedoen.
Bij de loopproeven tot 400m draag je het nummer op de rug. Als je aan een wedstrijd wil deelnemen is het prettig als er nog andere clubleden meegaan. Spreek daarvoor onder elkaar af. Voor de kinderen wordt toch gevraagd dat er per kind minstens iemand van de ouders meegaat om te helpen bij het inschrijven, omkleden, opwarmen, zorgen voor het tijdig aanwezig zijn aan de start en natuurlijk ook gewoon om te supporteren. Om rustig te kunnen inschrijven en rustig te kunnen opwarmen bent je best een half uur voor de start ter plaatse. Op een pistemeeting mag je aan maximum 3 proeven deelnemen, maar nooit aan 3 loopnummers of aan 3 kampnummers. |
Kampioenschappen
|
Om te kunnen meedingen naar de medailles, moet je aan minstens 5 wedstrijden deelgenomen hebben in dat seizoen. (dus 5 veldlopen voor het veldloopkampioenschap, 5 piste-wedstrijden voor de Piste-kampioenschappen en 5 stratenlopen voor het Stratenloopkampioenschap). Indien je dit niet haalt, kan je, behalve voor de pistekampioenschappen, altijd Buiten Wedstrijd deelnemen.
Op de piste-kampioenschappen mag je per dag aan maximum 3 proeven deelnemen, maar nooit aan 3 loopnummers of aan 3 kampnummers. Over de verschillende dagen mag je bij maximum drie loopnummers en drie kampnummers meedingen naar de medailles. Daarnaast kan je nog starten in de aflossingswedstrijden. |